Voor optimale prestaties moet het hoortoestel de juiste positie hebben. Volg deze eenvoudige stappen om het hoortoestel in het oor van het kind te plaatsen:
- Schakel het toestel uit of kies de minimale volume-instelling om fluittonen te vermijden.
- Pak het slangetje bij het oorstukje met duim en wijsvinger vast.
- Breng het toestel naar het oor van het kind, til het iets naar voren en plaats het kanaalgedeelte van het oorstukje voorzichtig in de gehoorgang.
- Zodra het kanaalgedeelte op zijn plaats zit, draait u het oorstukje weer zo dat het in de concha past en stopt u het toestel achter het oor, waarbij u erop let dat u het slangetje niet buigt. U kunt controleren of het toestel goed zit door de omtrek van het oor met uw vinger te volgen en te voelen of alles goed zit.
- Nu kunt u het toestel inschakelen en het volume instellen op het gewenste niveau. In sommige gevallen is de volumeregelaar door de audioloog uitgeschakeld.
Opmerking: let er bij het verwijderen van het toestel op dat u het oorstukje beetpakt om het eruit te halen. Trek niet aan het slangetje.
Gebruik voor een optimale aanpassing en veiligheid een van de oplossingen uit het onderdeel Praktische tips.